De onzichtbare oorlog

17/05/2024

Olivier Martin: “Ik was geen liefhebber van spionage, maar wél van het scenario van Frank Giroud. Ik teken in de eerste plaats zijn verhaal.”

Interview met tekenaar Olivier Martin over de spionagetrilogie De onzichtbare oorlog.

Geïnspireerd door iconen in het vak, kijkt hij met een andere bril naar de wereld rondom zich. Tekenen op zijn eigen unieke manier, doet artistieke blokkades verdwijnen als sneeuw voor de zon. De warmte van het hier en nu omarmend, verschijnt de volgende lijn al op papier. Een vogelspin zal hij niet snel opnieuw benaderen, maar voor een lekkere appel mag je hem altijd wakker maken.

De onzichtbare oorlog is zijn eerste Nederlandstalige uitgave en met het laatste deel komt die spionagetrilogie tot een einde. Redenen genoeg voor een gesprek met deze mysterieuze tekenaar Olivier Martin.

Tijdens De onzichtbare oorlog heb je het genoegen gehad om met twee scenaristen in de frontlinie te staan.

Olivier Martin: Ik kende Frank Giroud enkel van zijn werk. Via Uitgeverij Rue de Sèvres heb ik hem persoonlijk leren kennen. Ik herinner me die eerste ontmoeting alsof het gisteren was. De klik zat meteen goed. Op dat moment streed Frank al tegen zijn ziekte. Na een jaar samen te werken aan het eerste deel, heeft hij die strijd helaas verloren. Frank had zijn scenario grotendeels klaar, maar wist ook dat er een tijd zou komen dat hij hier niet meer aan verder zou kunnen werken. Zijn goede vriend Laurent Galandon heeft beloofd om de trilogie af te maken als Frank dat zelf niet meer kon doen. Een mooi eerbetoon.

Hoe kwam De onzichtbare oorlog tot stand?

Olivier Martin: Om een scenario te tekenen, moet je echt begrijpen waar het verhaal om draait. Je moet je kunnen inleven. Als ik heel eerlijk ben, was mijn kennis rond de Koude Oorlog eerder beperkt. Ik ben enorm dankbaar dat ik tijdens de beginfase van De onzichtbare oorlog nauw met Frank heb mogen samenwerken. Hij heeft me als het ware door het scenario gegidst en daarna begonnen de personages en hun avonturen onder mijn potlood tot leven te komen. Dit is uiteraard een proces dat enige tijd moet rijpen, hoewel we vaak niet dat werkcomfort hebben. Je moet dus een breed scala aan  karakteristieken hebben om de “ideale cast” te vinden. Het is bijvoorbeeld geen pretje om samen met mij naar een film te kijken (lacht). Als een acteur of actrice me inspireert, moet ik op pauze zetten en mijn schetsboekje erbij nemen. Mensen op straat, in de metro of op andere plaatsen zijn ook absolute triggers!

 

Welke wapens heb jij ingezet om de strijd, die voornamelijk uitgevochten werd met behulp van geheime operaties, spionage en ideologische rivaliteit, zichtbaar te maken?

Olivier Martin: Omdat ik als complete nieuweling in het universum belandde, heb ik mezelf ondergedompeld in films, documentaires en archieven. Een beetje om in de sfeer te komen (lacht). Zelf schep ik die sfeer door te werken met een gemengde techniek waarbij geïnkte lijntekeningen versterkt worden met een wassing. Door het spelen met grijstinten kan ik volume, licht en materialen (rotsen, stof, zand, hout, …) benadrukken. Het universum krijgt hierdoor al iets meer vorm en diepte dan alleen zwart-wit tekeningen en kan de inkleurder het werk perfectioneren. Gaetan Georges heeft prachtig werk geleverd in de drie delen. Spelen om tekst en beeld te laten samenwerken, brengt plezier in datgene wat ik doe. Dat hoop ik ook af te stralen op de lezer.

Hier kunnen we het enkel mee eens zijn.  De sfeer is inderdaad uitzonderlijk en past perfect bij de tijdgeest. De onzichtbare oorlog wordt qua stijl en toon wel eens vergeleken met auteur John le Carré, een bekend Brits auteur van thrillers en spionageverhalen over de Koude Oorlog. Welke iconen inspireren jou?

Olivier Martin: In mijn kinderjaren heb ik uren doorgebracht met striphelden als Rahan, Astérix en Lucky Luke of vond je mij met mijn neus in de tijdschriften Pif, Spirou en Kuifje. Als tiener ontdekte ik de comics (Batman, Superman, Conan, …) en geanimeerde manga’s op televisie. In het werk van striptekenaars als Moebius (L’Incal), Christian Rossi (La gloire d’Héra), Régis Loisel (Peter Pan), Frank Pé (Broussaille), Miyazaki (Totoro) en Bill Sienkiewicz (Jimi Hendrix) kan ik mij echt verliezen. Zij voeden absoluut mijn manier van kijken naar de wereld rondom mij. Die indrukken op mijn manier verwerken in mijn eigen werk, is als bijten in een lekkere, sappige appel. Kleine, grote gelukjes.

Ik was geen liefhebber van spionage, maar wél van het scenario dat Frank Giroud had bedacht. In de eerste plaats wilde ik zijn verhaal vertellen.

Grote iconen als Christian Rossi voeden mijn manier van kijken naar de wereld rondom mij. Die indrukken op mijn manier verwerken in mijn eigen werk, is als bijten in een lekkere, sappige appel. Kleine, grote gelukjes.

Over groot geluk gesproken … Wat is een ultieme droom?

Olivier Martin: Toen ik pas begon als striptekenaar, heb ik Christian Rossi mogen ontmoeten op een festival. Ik heb hem benaderd met mijn schetsen en hij heeft mijn werk onder de loep genomen. Hij gaf mij het advies om te tekenen ‘van binnenuit’. Hij was grote fan van mijn stijl, maar miste wat structuur. Met andere woorden, de compositie binnen het kader, de anatomie van de personages, perspectief in de omgeving, … Ik ben Christian altijd heel dankbaar geweest, behalve dan toen ik besefte dat ik helemaal opnieuw moest beginnen (lacht). Op dat moment stond ik er niet zo bij stil, maar achteraf bekeken was dit een heel belangrijk moment voor mij als striptekenaar. Een beetje als een droom die uitkomt. Verder zou het heel wat zijn om te blijven doen waar ik van hou onder de juiste omstandigheden, als tekenaar, maar zeker als mens.

Waar werk je momenteel aan?

Olivier Martin: In mijn vrije tijd combineer ik mijn passie voor tekenen en muziek onder het collectief Croque and Roll Live. We vatten live concerten samen in verschillende live tekeningen. We behandelen nogal wat muziekstijlen, waaronder ook metal op Hellfest. Professioneel leg ik momenteel de laatste hand aan een album in directe kleur. Een graphic novel in documentairestijl, waarbij we de ecologische problemen in verband met overbevissing in Frankrijk en de rest van de wereld analyseren. On a mangé la mer (Maxime De Lisle) komt uit in Frankrijk in 2025.

Heel benieuwd om dat nieuwe werk te spotten tijdens ons bezoek aan Angoulême volgend jaar. Eind 2023 mochten we je trouwens al eens ontmoeten op de stripbeurs in Sint-Truiden. Collega Koen heeft toen een dédicace van jou gescoord in het eerste deel van De onzichtbare oorlog, waarop hij nog altijd héél fier is … We hopen je snel nog eens te ontmoeten! Laat zeker weten wat we dan voor je mogen meebrengen: Belgisch bier, chocolade of een Jonagoldappel? 😉

Kleine dilemma’s:
pen en papier ⇔ digitaal
vroege vogel ⇔ nachtbraker
stad ⇔ natuur
boek ⇔ film
chill vakantie ⇔ avontuur vakantie
voorgerecht ⇔ nagerecht
prater ⇔ luisteraar
netjes ⇔ slordig
zelf koken ⇔ afhaal
stipt op tijd ⇔ altijd te laat
rekenmachine ⇔ hoofdrekenen
klassieke muziek ⇔ rock