Twee zielen, één wereld: Rodolphe & Griffo over Utopie

10/06/2025

De ene droomt van rondrijden in een Citroën Traction Avant 15 pk in het Engeland van de jaren dertig, de ander voelt zich perfect thuis in de natuur rond zijn bergatelier. Terwijl de ene trouw blijft aan zijn klassieker: T-bonesteak, frieten en een glas rode Sancerre, voedt de andere zich met de mediterrane keuken van zijn vrouw of schiet zelf een duifje voor een stoofpot met bessen. Waar de ene zichzelf ronduit een prater vindt, noemt de andere zichzelf “een luisteraar die soms begint te kwebbelen”. Maar op de vraag of ze liever werken op papier of digitaal, antwoorden beiden volmondig: papier.

Volume 1
 10,95 23,95

Bestel

Wat gebeurt er wanneer een dromerige scenarist en een beeldende verhalenverteller de handen ineenslaan? In het geval van Rodolphe en Griffo (Werner Goelen) krijg je een intrigerende stripreeks als Utopie. We spreken met het duo over hun samenwerking, inspiratiebronnen en de kunst van het verhalen vertellen in een wereld die steeds dichter naar fictie lijkt te hellen.

De eerste ontmoeting tussen de twee vindt plaats in 2011 op het Polarfestival van Cognac, de hoogmis voor de detective in al zijn vormen. Griffo heeft net de “Polar” voor beste stripalbum gewonnen met de reeks Sherman, als hij ook nog zijn grote voorbeeld Rodolphe tegen het lijf loopt. “We ontdekten al snel dat we dezelfde voorliefde voor anglofiele literatuur hebben,” herinnert Griffo zich. “Voor je het weet, werk je samen aan een tweeluik over Charles Dickens.”

Dat eerste project, Dickens & Dickens, legt de basis voor een veelzijdige en creatieve synergie tussen de twee leeftijdsgenoten, van historische adaptaties tot futuristische vertellingen. In deze laatste categorie verschijnt het drieluik Utopie, een dystopisch verhaal dat zich beweegt tussen realiteit en verbeelding.

“Een strip ontstaat bij ons heel organisch,” vertelt Rodolphe. “Ik lever een script van een kleine vijftig pagina’s af, en dan is het aan Griffo om daar zijn tekentalent op los te laten. Gelukkig zitten we op dezelfde golflengte.”

Griffo vult aan: “Het helpt natuurlijk ook dat Rodolphe, behalve een getalenteerde scenarist, ook een oude rot in het vak is. We hebben bij wijze van spreken aan één enkel woord genoeg. Als Rodolphe een scène beschrijft, zie ik meteen hoe ik die wil tekenen. Zelfs wanneer het verhaal zich afspeelt in een fictieve toekomst. We zijn allebei opgegroeid met dezelfde invloeden: Brave New World, 1984, Fahrenheit 451 … Die donkere toekomstbeelden sluipen vanzelf binnen.”

“Als Rodolphe een scène beschrijft, zie ik meteen hoe ik die wil tekenen. Zelfs wanneer het verhaal zich afspeelt in een fictieve toekomst. We zijn allebei opgegroeid met dezelfde invloeden: Brave New World, 1984, Fahrenheit 451 … Die donkere toekomstbeelden sluipen vanzelf binnen.”

-GRIFFO-

Toch wil het duo koste wat het kost vermijden dat Utopie een kopie wordt van die klassiekers. “De uitdaging zit net in het brengen van iets eigens,” zegt Rodolphe. “Ik wil geen toekomst op papier zetten die we al duizend keer gehoord en gezien hebben.”

Wat Utopie bijzonder maakt, is dat het dystopische decor slechts het begin is. “Het eerste deel zet het universum uit en bouwt aan de personages,” legt Rodolphe uit. “Dat geeft ons meer speelruimte en vrijheid voor de vervolgdelen. In het tweede album kan ik personages meeslepen in de valstrikken van die opgezette fictieve wereld. Dat biedt kansen voor zowel verhaal als beeld.”

Voor Griffo is Utopie ook een terugkeer naar de basis. Terwijl veel striptekenaars steeds meer gebruikmaken van digitale tools, voelt hij de drang om net weer met inkt en aquarel te werken. “Ik wil een origineel in handen hebben, iets tastbaars. Dat spreekt me meer aan.”

“En de uitdaging zit net in het brengen van iets eigens. Ik wil geen toekomst op papier zetten die we al duizend keer gehoord en gezien hebben.”

-RODOLPHE-

En wat als ze zelf moeten leven in de wereld die ze gecreëerd hebben? Rodolphe lacht: “Ik zou daar absoluut niet willen zijn. Wie wel? Zo’n samenleving is geen plek om in te leven, alleen om over na te denken.” Griffo knikt: “Het draait allemaal om het behouden van vrijheid. In fictie, maar zeker ook in het echte leven.”

Ook naast het werk vinden de twee elkaar. Rodolphe groeit op met Tintin en Spirou, terwijl Griffo – die opgroeit in Antwerpen – omringd wordt met Suske en Wiske, Kuifje en Nero. Zijn eerste strip tekent hij op zijn zevende. “Een western, compleet met paard en cowboyhoed. Pure hommage aan Lucky Luke,” zegt hij met een grijns.

Tegenwoordig luistert Griffo – die naar eigen zeggen een brede waaier van muziekgenres apprecieert – bij het tekenen naar Arvo Pärt en Max Richter, terwijl Rodolphe zweert bij absolute stilte. “Al heb ik thuis wel zo’n 11.000 vinylplaten,” geeft hij toe. “Muziek is een tweede passie. Ik schrijf er zelfs boeken over.”

Over stoppen denken ze allebei nog lang niet na. “Ik breng zeven of acht albums per jaar uit,” zegt Rodolphe zakelijk. “Niet omdat ik zo productief ben, maar omdat ik me anders verveel. En verveling leidt bij mij tot depressie. Dus ja – liever een nieuw scenario dan een middagdutje.”

Griffo sluit af met een glimlach: “Zolang Rodolphe schrijft, teken ik. En zolang we samen kunnen blijven dromen, komt er altijd wel weer een volgende Utopie.”