Scharlaken kant
Parijs, 1887. De derde republiek van Frankrijk begeeft zich op het pad van de technische vooruitgang, van de economische groei. Het kanaal van Panama wordt één van de uithangborden van Frankrijk, net als de bouw van de Eiffeltoren. De jonge Chimère wordt voor 1000 franc aan de Purperen Parel verkocht, één van de meest gerespecteerde bordelen in Parijs, waar de welstellende heren uit de stad aan hun trekken komen. Het arme kind, amper 13 jaar, wordt aan haar lot overgelaten tussen de gemene prostituees en de geile mannen.
Het arme kind? Onder de façade van zacht, onschuldig meisje is Chimère een krachtige en koppige dame. Zij is tot alles in staat om haar vrijheid terug te winnen, en wraak te nemen voor de kinderjaren die haar ontstolen zijn. In haar hoofd tekent de weg naar vrijheid zich af als een rechte lijn, waar ze niet van zal afwijken. Maar het leven in de Purpere Parel leert haar al snel dat er geen rechte lijnen zijn in dit leven, althans niet voor de prostituees.
Christophe Pelinq, de echte naam van topscenarist Arleston, vertelt samen met Melanÿn het tragische verhaal van een jonge gebroken vrouw, in een tijdperk van bloei en vooruitgang. Tekenaar Vincent bewijst eens te meer zijn enorme talent, en het feit dat hij de rechtstreekse erfgenaam van Loisel is. Met zwierige lijnen toont hij ons de engelengezichten van de prostituees en de prachtige 19de-eeuwse decors.